10 vragen aan Sinan Can en Sarah Chronis

Foto: AVROTROS

INTERVIEW - Deze week stellen we iedere werkdag een aantal vragen aan twee kandidaten van Wie is de Mol? 2019. Hoe stonden zij in het spel? Was het wat ze ervan verwachtten? En met wat voor tactiek stapten zij het spel in? Vandaag is het de beurt aan journalist Sinan Can en actrice Sarah Chronis.

Vond je het lastig om geheim te houden dat je meedeed aan Wie is de Mol?

Sinan: Ja, ik vond dat heel lastig, omdat ik heel open ben en graag ook aan mensen vertel waar ik mee bezig ben. En dat kon nu dus niet. Je moet het steeds stilhouden en ik ben juist van het delen met mensen. Dus het was lastig voor mij.

Sarah: Ja, behoorlijk! Er is zo veel dat je wilt delen en dat mag dan niet. Vooral vrienden en familie voorliegen was lastig, maar tegelijkertijd ook heel spannend.

Was Wie is de Mol? wat je ervan verwachtte?

Sinan: Dat vind ik een lastige vraag. Wat moet ik ervan verwachten? Je weet dat het een amusementsprogramma is en dat tien mensen opdrachten uitvoeren in een land. Dus ik had er niet bepaalde verwachtingen bij. Ik had natuurlijk ook al dingen teruggekeken uit eerdere seizoenen. Dus het was wat ik ervan had verwacht. En dat ga je straks ook zien op tv.

Sarah: Ik had niet heel veel verwachtingen, dus daarom was het juist heel leuk. Het is het tofste wat ik ooit heb meegemaakt! Ik zou elk jaar wel meewillen...

Op wat voor soort opdrachten hoopte je vooraf?

Sinan: Ik hoopte vooral op tactische en strategische opdrachten. En ik hou heel erg van mindfuck. Dat zijn wel de opdrachten die ik leuk vind. De fysieke opdrachten vind ik minder leuk, ook al zou je zeggen: “je bent fysiek zo groot, dus misschien vind je fysieke opdrachten leuker”. Maar ik vind vooral de strategische en tactische opdrachten leuk.

Sarah: Vooral niet op enge opdrachten zoals bungeejumpen en uit een vliegtuig springen. Ik ben niet zo’n held...

En op wat voor locatie?

Sinan: Ik hoopte eigenlijk Latijns-Amerika. Dus Colombia was perfect.

Sarah: Een warm land. Ik ben dol op andere culturen en Colombia was altijd al een land waar ik nog heen wilde.

Wat vond je van deze groep kandidaten?

Sinan: Ik vond ze alle negen leuk. Het was echt een leuke groep.

Sarah: Heel erg leuk! De sfeer was goed en gezellig. Iedereen was lief voor elkaar. Toch heel belangrijk, ook al is het een spel.

Hoe had je je voorbereid op het spel?

Sinan: Ik had me eigenlijk niet echt voorbereid. Ik heb vooral oude afleveringen teruggekeken en toen gekeken hoe mensen het tactisch aanpakken. Maar verder heb ik me er niet echt op voorbereid.

Sarah: Niet heel goed. Ik dacht, ik ga mijzelf niet gek maken door alle seizoenen terug te kijken. Ik laat alles op mij afkomen.

Had je een tactiek bedacht? En heb je hier wat aan gehad?

Sinan: Ik heb niet echt tactiek bedacht. Ik heb me vooral op m’n instinct dat ik gebruik in oorlogsgebieden geconcentreerd en tactisch en goed geobserveerd. Ik keek de kat uit de boom en waar nodig heb ik toegeslagen.

Sarah: Veel schrijven en goed opletten tijdens de spellen en erbuiten. Soms doen mensen anders binnen en buiten het spel.

Welke eigenschappen van je kwamen goed van pas?

Sinan: Geduld. En dat ik nogal stressbestendig ben. Dus je krijgt me niet snel gek. Verder kan ik heel erg competitief zijn. En strategisch en tactisch. Dat zijn de eigenschappen die goed van pas kwamen.

Sarah: Ik ben heel perfectionistisch en ik ben goed in groepen. Met iedereen vrienden worden kan best handig zijn.

En welke niet?

Sinan: Wat misschien niet helemaal goed van pas kwam is dat ik veel relativeer omdat ik in oorlogsgebieden kom. Dus als mensen te dramatisch en te emotioneel doen, dan trek ik dat eigenlijk niet. Dan denk ik, sorry jongens, maar het is maar een spel. En dat kan er voor zorgen dat je soms dus steken laat vallen en minder scherp bent.

Sarah: Ook perfectionistisme kan een nadeel zijn.

Wat zou jou een goede Mol maken?

Sinan: Ik ben tactisch en strategisch. En mensen vertrouwen mij snel. Het kan een valkuil zijn als je iemand te snel vertrouwt. Dus misschien ben ik wel de Mol.

Sarah: Ik ben gecontroleerd en kan goed in een groep communiceren. Ik kan nogal een kluns zijn en ik val ook niet zo op, heel handig voor een Mol.